Aanwijzing 3.23 Aanduiding "Onze Minister"

In een wet, een algemene maatregel van bestuur of een koninklijk besluit wordt een minister aangeduid met "Onze Minister van [aanduiding ministerie] / Onze Minister voor [aanduiding minister zonder portefeuille]" of, indien die aanduiding in de begripsbepalingen is gedefinieerd, met "Onze Minister".

Toelichting

De aanduiding "Onze Minister (van/voor …)" wordt alleen gebruikt in regelingen die door de Koning worden vastgesteld. In ministeriële regelingen wordt een minister aangeduid als "de Minister (van/voor …)". Zie voor de aanduiding van staatssecretarissen aanwijzing 3.26.

In een regeling wordt een minister zonder portefeuille aangeduid met de voor hem vastgestelde benaming.

Voorbeelden

  • Onze Minister van Defensie
  • Onze Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.