Aanwijzing 5.3 Formulering begripsbepalingen

  1. Voor begripsbepalingen wordt de volgende formulering gebruikt:
    In [deze wet / dit besluit / deze regeling / deze beleidsregel] [en de daarop berustende bepalingen] wordt [, tenzij anders bepaald,] verstaan onder:
  2. De term "verstaan" wordt gebruikt, indien een begrip in algemene zin wordt gedefinieerd.
  3. De term "mede verstaan" wordt gebruikt, indien aan de, al dan niet gedefinieerde, betekenis van een begrip uitbreiding wordt gegeven.
  4. In een begripsbepaling worden geen aanhalingstekens gebruikt.

Toelichting

Zie aanwijzing 3.59, derde lid, voor de wijze van opsomming van begripsbepalingen.

Door toevoeging van de zinsnede "en de daarop berustende bepalingen" gelden de begripsbepalingen uit een regeling ook in de op die regeling gebaseerde uitvoeringsregelingen. Hiermee wordt bewerkstelligd dat de terminologie van de uitvoeringsregeling aansluit bij die van de delegerende regeling (zie ook aanwijzing 3.4). Soms zal het echter nodig zijn om in een uitvoeringsregeling toch een afwijkende begripsbepaling te gebruiken, bijvoorbeeld omdat een bepaald begrip in de uitvoeringsregeling een beperktere reikwijdte dient te hebben dan in de delegerende regeling. De zinsnede "tenzij anders bepaald" kan in dat geval uitkomst bieden.

In begripsbepalingen kan ook worden verwezen naar de definiëring van een begrip in een andere regeling. Bijvoorbeeld: "In deze wet wordt verstaan onder accountant: een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek".

Tweede en derde lid. Zie ook de toelichting bij aanwijzing 5.1, tweede lid.