2.2.3 Andere bepalingen die geen omzetting behoeven

Naast ‘feitelijke bepalingen’ in Europese regelgeving kunnen er ook nog andere soorten bepalingen in Europese regelgeving voorkomen die geen implementatie behoeven. De volgende categorieën bepalingen van Europese regelgeving behoeven in ieder geval niet te worden geïmplementeerd:

  • Implementatieopdracht aan het eind van Europese regelgeving.
    De bepaling met de algemene implementatieopdracht die in veel Europese regelgeving aan het einde van de regeling is opgenomen, behoeft als zodanig geen implementatie.

    Voorbeeld
    De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op …. aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
     
  • Bepalingen die uitsluitend het doel van het besluit omschrijven of een typering van het besluit bevatten.

    Voorbeeld
    Artikel 1 van richtlijn nr. 92/42/EEG betreffende de rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte centrale-verwarmingsketels (PbEG L 167) luidt:
    'Deze richtlijn is een maatregel in het kader van het SAVE-programma betreffende de bevordering van de energiebesparing in de Gemeenschap en stelt de rendementseisen vast voor met vloeibare of gasvormige brandstoffen gestookte nominale centrale verwarmingsketels met een nominaal vermogen van niet minder dan 4 kW en niet meer dan 400 kW.’
     
  • Bepalingen die verplichtingen of bevoegdheden van de instellingen van de Europese Unie bevatten of over Europese besluitvormingsprocedures.

    Voorbeeld
    Artikel 20, tiende lid van richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van Richtlijn 2001/37/EG (PbEU 2014, L127) luidt:
    10.   De Commissie brengt uiterlijk op 20 mei 2016, en vervolgens telkens als dat passend is, bij het Europees Parlement en bij de Raad verslag uit over de potentiële risico's voor de volksgezondheid in samenhang met het gebruik van navulbare elektronische sigaretten.

     
  • Bepalingen die opties voor de lidstaten geven waarvan Nederland geen gebruik wenst te maken.

    Voorbeeld
    Artikel 8 van richtlijn nr. 80/665/EEG betreffende de bestrijding van ringrot bij aardappelen (PbEG L 180) luidt: 'De Lid-Staten kunnen aanvullende of strengere maatregelen ter bestrijding van ringrot bij aardappelen of ter voorkoming van de verbreiding ervan vaststellen, voor zover dergelijke maatregelen daarvoor noodzakelijk zijn.'
     
  • Bepalingen die niet mede tot Nederland gericht zijn.

Laatst gewijzigd op: 8-2-2018