3.3.6 De Europese Commissie

Bij de gewone wetgevingsprocedure heeft de Europese Commissie het exclusieve recht van initiatief. Is een voorstel voor Europese regelgeving gereed, dan doorloopt het de ambtelijke hiërarchie van de Europese Commissie alvorens het in het college van Commissarissen behandeld wordt. Daar moet het officieel worden aangenomen. In het college zal alleen over echt belangrijke of controversiële voorstellen inhoudelijk gedebatteerd worden door de Commissarissen; voorstellen waarover overeenstemming bestaat worden als hamerstuk afgedaan.

De fase waarin een voorstel binnen de Europese Commissie circuleert en bij de verschillende DG’s en diensten langskomt wordt wel ‘interservice consultation’ genoemd. Een belangrijke vinger in de pap hierbij heeft de juridische dienst van de Europese Commissie, welke in de organisatie van de Europese Commissie direct onder de voorzitter valt. Als de juridische dienst niet achter een bepaald wetsvoorstel staat, is dit problematisch en kan dit een belangrijke hindernis vormen voor de uiteindelijke goedkeuring van het voorstel. Verder wordt er de laatste jaren veel belang gehecht aan de uitkomsten van uitgevoerde impact assessments.

Afhankelijk van de van toepassing zijnde besluitvormingsprocedure worden eenmaal aangenomen Commissievoorstellen naar de Raad of naar zowel de Raad als het Europees Parlement gestuurd. Een voorstel is dan officieel in behandeling. Indien de rechtsgrondslag van het ontwerp voorziet in advisering door het EESC of het Comité van de Regio’s gaat het voorstel ook naar het betreffende adviesorgaan.

Meer informatie

Laatst gewijzigd op: 8-2-2018