Nr. 130 (Voorbereiding door Kamerleden)

De voorbereiding van initiatiefvoorstellen kan om zeer uiteenlopende redenen ter hand worden genomen. Initiatiefvoorstellen worden door één of meer Tweede Kamerleden bij de Kamer aanhangig gemaakt. Omtrent de wijze van voorbereiding door Kamerleden van door hen bij de Tweede Kamer aanhangig te maken initiatiefvoorstellen bestaan, afgezien van de hierna te bespreken ambtelijke bijstand, geen voorschriften. Kamerleden kunnen derhalve zelf bepalen welke weg zij wensen te bewandelen. Zij kunnen onder meer gebruik maken van de diensten van deskundige buitenstaanders of van het eigen apparaat van partij en fractie. Daarnaast kunnen zij uiteraard ook gebruik maken van de diensten van het Bureau Wetgeving van de Tweede Kamer. Ook kunnen zij het betrokken ministerie om ambtelijke bijstand verzoeken. Het komt regelmatig voor dat het Bureau Wetgeving en het ministerie in enige mate gezamenlijk werken aan een initiatiefvoorstel.

Doorgaans zal een Tweede Kamerlid dat voornemens is een initiatiefvoorstel aanhangig te maken een zogenaamd startgesprek hebben met het Bureau Wetgeving waarin het Kamerlid wordt voorgelicht over de verschillende mogelijkheden voor eventuele bijstand bij het schrijven van het initiatiefvoorstel en over de initiatiefprocedure.

De Tweede Kamer heeft voor initiatiefvoorstellen de volgende procedure afgesproken (zie Kamerstukken II 2004/05, 30095, nr. 5, p. 11):

  • leden die voornemens zijn om een initiatiefvoorstel te gaan voorbereiden melden dit bij voorkeur bij het Bureau Wetgeving van de Griffie, waarna een startgesprek wordt gehouden waarin de aard en de omvang van de ondersteuning kan worden vastgesteld; de Kamerleden kunnen zelf bepalen of zij gebruik willen maken van departementale ondersteuning, van de diensten van deskundige buitenstaanders, van het eigen apparaat van de partij en de fractie of van het apparaat van de Tweede Kamer; het Bureau Wetgeving heeft bij deze keuze een adviserende rol;
  • het Kamerlid dat departementale ondersteuning wenst kan zich per brief rechtstreeks tot de bewindspersoon richten; het Bureau Wetgeving kan desgevraagd deze brief voorbereiden;
  • bij dit verzoek geeft het Kamerlid het onderwerp en zo mogelijk het gewenste tijdpad op;
  • de bewindspersoon informeert het Kamerlid welke ambtenaar de bijstand verleent, alsmede de mate van inzetbaarheid van deze ambtenaar;
  • in geval van capaciteitsgebrek informeert de bewindspersoon het Kamerlid over de aard van het beletsel, hoe lang dit zal duren en wanneer de ondersteuning alsnog zal kunnen worden geboden.

Laatst gewijzigd op: 29-8-2018